Over Cato Bloemhof, haar man Hartog de Leeuw en hun gezin.

Biografie -

Cato Bloemhof was een dochter van Salomon Abraham Bloemhof en Roosje Ossendrijver. Uit het eerste huwelijk van haar vader had zij twee zusters, Judith en Reintje en een broer Mozes, die allen tijdens de Sjoa met hun gezinnen zijn vermoord. Haar vader trouwde na het overlijden van Roosje Ossendrijver met Anna Vleeskruijer en Cato Bloemhof kreeg opnieuw twee zusters, Judic en Johanna, die eveneens met hun gezinnen tijdens de Holocaust zijn vermoord.

Cato Bloemhof trouwde op 7 November 1912 in Amsterdam met de diamantslijper Hartog de Leeuw uit Kortenhoef, geboren op 20 December 1889 als zoon van Abraham de Leeuw en Eva de Lange. Het echtpaar kreeg vier kinderen, t.w. Eva, Roosje, Reintje en Abraham. Alleen Roosje heeft met haar gezin de Holocaust overleefd; de andere drie kinderen én hun ouders zijn tijdens de Sjoa vermoord.

Toen Hartog de Leeuw nog niet getrouwd was, woonde hij in Hilversum. Hij kwam als leerling diamantbewerker naar Amsterdam waar hij inwoonde bij Mevrouw Cohen in de Lepelkruisstraat 13. Op 9 September 1911 verhuisde hij naar de Miguelstraat 141. (bij de aanleg van de Wibautstraat in 1936 zijn er enkele straten verdwenen, waaronder de Spoorbaanstraat en ook de Miguelstraat – bron Het geheugen van Oost), maar de dag na zijn huwelijk met Cato Bloemhof, trokken zij beiden in bij W. de Goede, die woonde in de Ruyschstraat 120. In 1913 verhuisden zij naar de (in 1936 verdwenen) Spoorbaanstraat 32 II, waarna nog acht verhuizingen volgden; op 29 October 1935 betrokken zij een woning in de Brinkstraat 38 in Betondorp in Amsterdam-Oost. Tussentijds woonde het gezin De Leeuw ook nog in Niewer Amstel en Diemen. Vanaf 1930 was Hartog de Leeuw werkzaam als bloemist.

Hartog de Leeuw was door de Joodse Raad “gesperrt wegens functie”. Hij was al vanaf Maart 1923 óók werkzaam als tuinman en hulpgrafdelver bij de N.I.H.S. de Nederlands Israelitische Hoofd Synagoge te Amsterdam. Ook zijn echtgenote Cato Bloemhof was door de functie van haar echtgenote “gesperrt”. Beiden werden echter  op 29 Juni 1943 gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork, waar zij beiden in strafbarak 67 terechtkwamen. Diezelfde dag nog werden zij beiden op transport gesteld naar Sobibor waar zij bij aankomst op 2 Juli 1943 onmiddellijk werden vermoord.

Bronnen o.a.:  Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart en archiefkaart van Hartog de Leeuw; gezinskaart en archiefkaart van Salomon Abraham Bloemhof; overgenomen delen 1892-1920/Bloemhof; Het Geheugen van Oost/Miguelstraat; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Hartog de Leeuw, Cato de Leeuw-Bloemhof en Abraham de Leeuw en een toevoeging van een bezoeker van de website.

Copyrights: Alle rechten voorbehouden