Biografie Sara Keizer

Verhaal -

Sara Keizer is de dochter van vertegenwoordiger Koos Lion Keizer en Rosetta Polak. Zij heeft een vijf jaar oudere zus, Henriette (‘Jetty’). Sara is coupeuse van beroep. Een paar maanden voor de oorlog verlaat Sara haar ouderlijk huis en verhuist ze naar het Kanaalpad, nummer 3, in Apeldoorn. Dat is het adres waar haar zus Henriette en zwager wonen. Henriette en haar man zullen de oorlog overleven.

Sara is verloofd met Jan Cost-Budde. Zij rolt het verzet in als koerierster en noemt zichzelf uit veiligheidsoverwegingen Annie.

Op 26 november 1942 wordt Sara Keizer genoemd in het politieblad: ‘De commissaris van politie te Apeldoorn verzoekt opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Sara Keizer. Zij wordt ervan verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben.’ Op deze wijze werden Joden aangeduid die de onderduik in gegaan waren.

Het is onbekend waar Sara ondergedoken heeft gezeten. Nabestaanden van haar hebben een briefje in bezit dat door Sara uit Amsterdam naar Apeldoorn is verstuurd. Het is daardoor aannemelijk dat Sara in elk geval een bepaalde periode in Amsterdam ondergedoken heeft gezeten.

De aanleiding van de arrestatie van Sara en haar verloofde Jan is vermoedelijk verraad geweest. Jan Cost-Budde wordt in Kamp Vught geïnterneerd en later naar Duitsland gedeporteerd. Hij is van 26 mei 1944 tot aan de bevrijding op 29 april 1945 een gevangene in concentratiekamp Dachau.

Sara wordt op 4 februari 1944 in Kamp Westerbork geregistreerd. Op dinsdag 8 februari 1944 vertrekt een trein uit het kamp met als eindbestemming vernietigingskamp Auschwitz.

In het boek ‘In Memoriam’ door Guus Luijters staat een verslag opgetekend, waarin de voorbereidingen voor dit transport worden beschreven:

Op 4 februari 1944 stuurde de kampcommandant Gemmeker een telex naar Den Haag, waarin hij zei dat hij het “dringend noodzakelijk (achtte) om, ongeacht infectie- en koortsziekten, de deportatie van de zieke Joden te doen plaatsvinden”. Als dat gebeurde, zou er ook minder personeel in het ziekenhuis nodig zijn. Even later: Op deze manier zal het ziekenhuis zeker van 400-500 zieke Joden ontlast worden. Voor het transport van 8-2-1944 ben ik voornemens alle transportfreie Joden, inclusief diegenen die aan een infectieziekte lijden (roodvonk, difterie, infectueuze geelzucht, tbc) te deporteren en heb ik om een overeenkomstig groter aantal wagons gevraagd. De kamparts heb ik medegedeeld dat er geen voor het transport ongeschikten zijn, behalve als de te transporteren zieke Jood met zekerheid binnen de eerstvolgende 3-8 uur zou overlijden.

Transport 86 telt in totaal 1015 gedwongen passagiers. Op de derde dag van het transport komt Sara in Auschwitz aan. Ze sterft acht dagen later, volgens een vermelding bij het NIOD is zij bezweken aan vlektyfus.

Bronnen: CODA Archief Apeldoorn, Erica adresboek van Apeldoorn, Yad Vashem, het Gelders Archief, afdeling ‘Naam & Gezicht’ van het herinneringscentrum Kamp Westerbork, het boek ‘In Memoriam’ door Guus Luijters, verwanten van Sara Keizer, Het NIOD en stichting stolpersteine Zwolle.

5 februari 2019

Copyrights: Naamsvermelding CC BY Naamsvermelding-NietCommercieel CC BY-NC Delen