Lea Felleman (de familie Felleman spelde hun achternaam ook wel eens 'Velleman'), was de oudste van drie Amsterdamse zussen. Zij dreef een winkel in Italiaanse producten in de Jan Luijkenstraat. Zou dat La Casa dei Gemelli zijn geweest, op nummer 47 (nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Luijkenstraat)? Hun vader had een handel in zuidvruchten, 'Tas & Felleman', dus daarmee zal haar liefde voor Italie zijn ontstaan.
In de oorlogsjaren woonde Lea met haar oudere huishoudster Esther van den Berg in de Bronckhorststraat 44 hs. Een van haar zussen, Debora, was de moeder van mijn tante Axel (geboren in 1923). Axel is dus een nicht van Lea. Zij herinnert zich Lea als "tante Lena", die geregeld langskwam bijvoorbeeld om gezellig koekjes te bakken.
De familie Felleman was niet gelovig. Lea zelf werd later bij binnenkomst in kamp Westerbork geregistreerd met de toevoeging "geen godsdienst" (https://collections.arolsen-archives.org/en/archive/130285466/?p=1&s=lea%20felleman&doc_id=130285466). Lea's zussen Debora en Rosette ("Ro") waren ieder getrouwd met een niet-Joodse man; voor hen was de deportatiekans lager. Maar Lea was ongehuwd, wist niet of en hoe ze moest onderduiken, en legde zich neer bij wat komen zou. Zij en Esther hadden thuis op de Bronckhorststraat een gepakte koffer klaarstaan. Axel: "Moeder ging elke dag kijken of ze er nog waren. Op een dag waren ze weg."
Lea en Esther waren 59 en 73 jaar oud toen ze zijn opgepakt. Op 2 april werden zij geregistreerd in Kamp Westerbork. Ze zijn binnen twee weken, op 13 april, op transport gezet naar Sobibor. Daar zijn ze direct na aankomst, op 16 april, omgebracht.