Zij had me opgebeld met de vraag of ze een keertje bij me langs mocht komen. Joke heette ze.
Ze had me via internet opgespoord, omdat ze iets over haar oma, Driek van der Made, aan mij wilde vertellen.
Op de afgesproken dag stond ze voor mijn deur met in haar hand een bos prachtige bloemen.
Terwijl Joke ze me aanreikte stamelde ze zenuwachtig: “Zie dit maar even als een ‘goed-makertje’ van mijn moeder”.
Ik reageerde verrast maar vooral verbaasd, want ik wist echt niet wat ze daar nou mee bedoelde.
Toen ze ging zitten en ik haar een kop thee inschonk, brandde Joke gelijk los.
Ze vertelde dat haar oma, Driek van der Made-de Haas, voor de oorlog de beste vriendin van mijn oma Rika Louise Leydesdorff-van Os was geweest.
Joke’s moeder (Hannie van der Made) was nog niet zo lang geleden overleden en voor haar dood had ze een soort ‘schoon schip’ willen maken.
Daarom had ze Joke haar ‘geheim’ verteld. Het voelde, tenminste voor haar als een soort ‘oorlogsgeheim’ dat al die jaren aan haar was blijven knagen. Ze had het nooit aan iemand durven vertellen; zelfs niet aan haar eigen kinderen.
Pas op haar sterfbed had ze toch de moed opgevat om haar ‘geheim’ prijs te geven.
Ze had Joke gevraagd om dit óók aan ons, de kleinkinderen van Rika Leydesdorff, te vertellen.
Het ging over een gebeurtenis die zich tijdens de oorlog in Middelburg had afgespeeld.
Ja, Joke wist wel van haar moeder dat oma Driek zo verdrietig was om haar joodse vriendin Rika die in de oorlog was omgekomen, maar nooit had ze vermoed dat daar meer achter had gezeten dan dat; nooit had ze geweten dat haar moeder Hannie zich er de rest van haar leven zo schuldig over voelde dat ze haar moeders vriendin Rika toentertijd niet beter had kunnen helpen.
Eindelijk, na al die jaren, durfde Hannie er op haar sterfbed dan toch met haar dochter Joke over te praten.
Hannie vertelde dat ze destijds via via een nieuw paspoort voor Rika en haar man Louis Leydesdorff kon laten maken om naar het buitenland te vluchten. Hiervoor moesten ze in Amsterdam pasfoto’s laten maken. De lange treinreis van Vlissingen naar Amsterdam was in oorlogstijd voor Zeeuwse joden best gevaarlijk, ook al beschikte Louis voor hen over een ‘Sperre’(vrijstelling van transport) van de Joodsche Raad.
Blij en trots over de in hun ogen zó geslaagde pasfoto-missie waren ze die avond weer thuisgekomen.
Alleen .... alleen hadden zij zich helaas niet gerealiseerd dat zij hun gele Jodenster, die ze verplicht op hun jas droegen, beter niet mee hadden kunnen laten fotograferen.
Door die ster erop waren de pasfoto’s volkomen onbruikbaar geworden.
Haar oma Driek had daarna mijn oma Rika Louise en mijn opa Louis nooit meer terug gezien.
Op 29 juni 1943 gingen zij op transport.
Zij stierven in Sobibor.
Marijke Louise van den Berg-Leydesdorff ( vernoemd naar mijn oma die ik nooit heb gekend)