Gerrit Poppegaai was een zoon van Joseph Poppegaai en Aaltje Schellevis. Hij was geboren op 9 April 1884 in Amsterdam en verdiende zijn brood als sigarenmaker. Nadat hij op 18 December 1913 in Amsterdam gehuwd was met Magdalena van Geldere, werd hij sigarenfabrikant en winkelier en had zijn bedrijf en winkel in de Albert Cuypstraat 149.
Zijn vrouw, Magdalena van Geldere was in Doesburg geboren op 13 Mei 1890 als een dochter van Saul van Geldere en Sientje Fransman. Het echtpaar kreeg twee dochters, t.w. Alida in 1915 en Gesina in 1918. Gesina heeft als enige van de familie de Sjoa overleefd.
Na te zijn gearresteerd (voor onbekende redenen), werd Gerrit Poppegaai naar het concentratiekamp Mauthausen gestuurd, waar hij op 4 Juli 1942 werd binnengebracht. Hij kreeg daar gevangenennummer 10928 kreeg en verbleef in Blok 5. De omstandigheden daar moeten voor hem verschikkelijk zijn geweest want 5 dagen later al, op 9 Juli 1942 heeft Gerrit Poppegaai zelf voor de dood gekozen d.m.v. elektrocutie bij de onder hoogspanning geladen afrastering. (Freitod durch Elektro-Zaun).
Zijn vrouw Magdalena van Geldere werd op 20 April 1943 naar Westerbork afgevoerd waar zij moest verblijven in barak 57. Op 27 April werd zij op transport gesteld naar Sobibor waar zij bij aankomst op 30 April 1943 direct in de gaskamer werd vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Gerrit Poppegaai en Magdalena van Geldere; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Gerrit Poppegaai en Magdalena Poppegaai-van Geldere; website ITS Arolson – Todsfallaufnahme (overlijdensakte) van Gerrit Poppegaai opgemaakt 30 Juli 1942 in het Standesambt Mauthausen en zijn Todesmeldung (overlijdensaangifte) van 9 Juli 1942 uit Mauthausen.