
In Konzentrationslager Herzogenbusch, beter bekend als kamp Vught, werden op 6 en 7 juni 1943 bijna 1300 kinderen op transport gesteld, de meeste vergezeld door hun moeders, soms met vaders, soms alleen. Een paar dagen later is nagenoeg iedereen in vernietigingskamp Sobibor door vergassing om het leven gebracht. Het is een uitzonderlijk gruwelverhaal uit de Holocaust.
In 1999 werd het Monument voor de weggevoerde kinderen onthuld met de namen van de kinderen die de dood vonden in de kampen. Maar bij de zoektocht naar die namen bleven twee jongens onbekend.
Sommige kinderen gingen alleen op transport omdat ze zonder ouders in kamp Vught waren gekomen, bijvoorbeeld kinderen die op hun onderduikadres werden opgepakt. Bij de zoektocht naar alle namen van de kinderen van het kindertransport uit Vught bleven twee jongens onbekend. Het enige wat we van hen wisten, was hun onderduiknaam. Die twee namen staan op de transportlijst van het kindertransport uit Vught. In Westerbork stopte die trein. De volgende ochtend ging het kindertransport verder naar Sobibor, maar van beide jongetjes ontbrak vanaf hier elk spoor. Tot voor kort…
Peter de Bruin
Tijdens de voorbereidingen voor deze Andere Tijden-uitzending werd de identiteit van een van beide jongens teruggevonden. Hij stond bekend als 'Peter de Bruin' en was op 30 april 1943 opgepakt op zijn onderduikadres Koningsstraat 28 in Den Haag. In kamp Vught werd Peter als Pieter de Bruin, leeftijd 'ong. 4 j.' op 13 mei geregistreerd. Hij was 'meegekomen' met Barend S. de Groot (4-8-1907) en Eva de Groot-Allegro (26-9-1913). Die formulering geeft aan dat er geen gezinsverband was.
Mensen zoeken is mensenwerk
In de transportlijsten en de kaarten van de Joodsche Raad werd door Kamp Westerbork, Oorlogsnazorg Rode Kruis en in de data van het Joods Monument gezocht naar Peter.
Er is een foto bekend van Peter de Bruin. Achterop staat: Peter de Bruin (Bloemendal). Deze naam was het enige aanknopingspunt.
Omdat niet alle gegevens digitaal te doorzoeken zijn werd door het Haags Gemeentearchief verder gezocht in de lidmatenregistratie van de Nederlands Israelitische Gemeente en in het bevolkingsregister in Den Haag op persoonskaarten uit de oorlogsjaren op de naam Bloemendal en Bloemendaal.
Gevonden: Peter de Bruin Blumenfeld
Na verder speuren vond Jose Martin (Herinneringscentrum Kamp Westerbork) onlangs dat deze jongen Peter Stefan Blumenfeld was, geboren 31-7-1938. Enige zoon van Walter Blumenfeld, koopman in handschoenen, en Ilse Pincus, die in 1937 van Berlijn naar Amsterdam kwamen en aan Merwedeplein 30-III woonden - vlakbij Anne Frank.
Onder zijn eigen naam is Peter 7 september gedeporteerd naar Auschwitz. Zijn ouders zijn dan al twee maanden eerder in Sobibor vermoord.
De uitkomst is niet om blij van te worden. Wel is het mooi dat dit kind nu een naam heeft gekregen, want zolang iemands naam genoemd wordt leeft hij voort.
Wie is Piet de Lange?
Nu is het zoeken nog naar de identiteit van de tweede jongen. De naam die aan hem is toegekend in kamp Vught is waarschijnlijk zijn onderduiknaam: Piet de Lange.
Geboren op 11 april 1936, opgepakt op 30 april 1943, ook in Den Haag, maar op een ander adres dan Peter. In Vught staat hij bijgeschreven op de kaart van Kalme Abramowicz en Ruchlja Abramowicz-Lapides, Stationsweg 7, Den Haag. Beiden zijn vermoord op 23 juli 1943 in Sobibor. 'Piet de Lange' is dus alleen met het kindertransport meegegaan. Of hij op de tussenhalte Westerbork achterbleef, of doorging naar Sobibor, is niet bekend.
Een verwisselde identiteit?
Op de foto staat van Peter de Bruin (Bloemendal). Inmiddels weten we dat dit Blumenfeld moet zijn. De foto is waarschijnlijk afkomstig van mevrouw E.F.D. Katan-Kremer, die na de oorlog een opsporingsformulier invulde bij het Rode Kruis. Deze mevrouw wist de echte naam van het kind dus niet. Wat zij wel wist: ‘30-4-1943 weggehaald, naar Vught ca. 2 maanden daarna uit Westerbork bericht dat hij ziek lag met middenoorontsteking.’ Zij zou goed de 'onderduikmoeder' kunnen zijn, of iemand die betrokken was bij het organiseren van de onderduik. In ieder geval bekommerde ze zich om hem. Dan is er een tweede bron, ditmaal nog uit de oorlog zelf. Als Peter in Vught zit, krijgt hij een brief van 'Tante Elsie' - mevrouw E. Zinny-Kremer, Koningstraat 28, Den Haag. De Joodsche Raad benadert haar, maar zij ontkent de jongen te kennen. Of zij echt een tante is of een verzetsvrouw die hem onderdak bezorgde is niet bekend.
Bovenstaande slaat op Peter de Bruin, van wie we nu weten dat het Peter Blumenfeld was. Toch vermelden we deze informatie omdat het misschien mogelijk is dat de twee jongens verwisseld zijn in identiteit. Die gedachte is ontstaan doordat er iets raars met de foto aan de hand is. De leeftijd klopt niet. De jongen op de foto ziet er niet uit als vier of vijf jaar oud. Het is duidelijk een schoolfoto, die gemaakt moet zijn voor de onderduiktijd. De jongen zou wel zes of zeven kunnen zijn. Is het mogelijk dat de onderduikhelpers Peter en Piet verwisseld hebben?
Dan zou de jongen op de foto Piet de Lange kunnen zijn.
Help zoeken
- Wie herkent de jongen op de foto?
- Wie herkent het interieur van de schoolfoto?
- Wie weet iets over de familie Kremer uit Den Haag? De dames E. Zinny-Kremer, Koningstraat 28 en E.F.D. Katan-Kremer?
- Wie weet iets over de 'pleegouders' van Piet de Lange in Vught: Kalme Abramowicz en Ruchlja Abramowicz-Lapides, Stationsweg 7, Den Haag?
- Wie weet iets over de 'pleegouders' van Peter in Vught: Barend S. de Groot (4-8-1907) en Eva de Groot-Allegro (26-9-1913)? Barend was winkelier, samen met Eva had hij drie dochters Anna (1937), Theodora (1940) en Fianna (1943). Laatste adres in Den Haag, Gedempte Burgwal 8.
Uw reactie kunt u sturen naar Mirjam Huffener
Op verzoek geplaatst door de redactie.