De familie van Meijer Vorst en Sophia de Liever

Addition -
By: Astrid

Artikel uit het Algemeen Handelsblad van 22 maart 1963, waarin de familie De Liever wordt geïnterviewd over de op handen zijnde verbreding van de Weesperstraat, waardoor hun bakkerij moet verdwijnen. Bron: Delpher.

De 1e zoon van Saartje Polak en Salomon Vorst, Meijer, was vertegenwoordiger van beroep. Hij had een diploma van het lager Handelsonderwijs. Op 5 augustus 1936 trouwde hij met Sophia de Liever, dochter van winkelbediende en banketbakker Joseph de Liever en zijn 2e vrouw Anna Gokkes uit Amsterdam. De eerste vrouw van Joseph, Jeanette Dooseman, was in 1907 overleden.

Op de archiefkaart van Anna is vermeld dat zij zonder beroep was, maar op haar kaart uit de cartotheek van de Joodsche Raad is geschreven dat zij filiaalhoudster was van een banketbakkerij. En het was niet zomaar een bakkerij, zo blijkt uit diverse bronnen.

Bakkerij De Liever aan de Weesperstraat 80 en de Rijnstraat 17 was een alom bekende Joodse (koosjere) bakkerij, vooral vanwege de uitstekende kwaliteit van de gemberbolussen en pleverkoeken die er gemaakt werden. De bakkerij was in 1878 gestart door de vader van Joseph, Hartog de Liever, en heeft bijna 100 jaar aan de Weesperstraat gezeten, tot het moment dat de bakkerij in 1963 moest wijken voor het verbreden van de Weesperstraat. Daarna is de bakkerij aan de Rijnstraat 17 voortgezet.

Op de website van Delpher zijn meerdere krantenartikelen uit de vorige eeuw vindbaar, die de geschiedenis van de bakkerij weerspiegelen. Ook op de website van Joods Amsterdam is een artikel aan de bakkerij gewijd.

In de oorlog bleek dat de bakkerij - ondanks de inperkende decreten die de Duitsers aan Joodse ondernemers oplegden en ondanks het grote gebrek aan grondstoffen - toch nog mondjesmaat en stiekem kon doordraaien, en dat pas eind 1944 werd opgelegd dat de zaak gesloten moest worden. Op de website van Joods Amsterdam wordt deze relatief late sluiting gewijd aan de mogelijkheid dat Wolf de Liever, zoon van Joseph, die de bakkerij draaiende hield, in de Duitse administratie als “gemengd gehuwd” genoteerd was en een goede advocaat had.

De familie De Liever had duidelijk een band met haar omgeving. Zo was een dochter van Joseph, Catharina, actief als secretaris van de Vereniging “Hassemeigim Besjierim”. Dit was een vereniging die zich inzette voor kunst en cultuur (zang en muziek) en die avonden organiseerde voor ziekenhuizen en liefdadigheid, zoals in De Joodse Invalide en in de feestzaal van het gebouw van de Handwerkers Vriendenkring. Wolf de Liever stond erom bekend dat hij vaak op een omgekeerde stoel voor de bakkerij zat en de directe omgeving in zich op nam.

Die band met hun omgeving kon echter niet voorkomen dat de ouders van Sophia, Catharina en Wolf op 17 september 1942 in Westerbork belandden en op 18 september 1942 op transport werden gezet naar Auschwitz. Direct na hun aankomst zijn ze vermoord.

Bijna een jaar later was ook de hele familie van Meijer en Sophia hetzelfde lot beschoren. Ze kwamen op 20 juni 1943 in Westerbork terecht, ondanks de functie van Meijer. Op zijn kaart uit de cartotheek van de Joodsche Raad was vermeld dat hij “waarnemend leider voedselvoorziening” was voor de algemene dienst van de Joodsche Raad zelf. Op 6 juli 1943 werden ze op transport gezet naar Sobibor, in een trein met in totaal 2.417 gevangenen. Meijer, Sophia en hun dochter Celine zijn alle drie op 9 juli 1943 in Sobibor omgekomen. Celine was pas 4 jaar.

Het laatst bekende woonadres van de familie was de Schipbeekstraat 18 II hoog.

Gebaseerd op de indexen van het stadsarchief van Amsterdam en informatie van de websites oorlogslevens.nl, Delpher.nl, JoodsAmsterdam.nl en de Arolsen Archives.

Copyrights: Attribution Non-commercial Share Alike