
David de Leeuw, Debora Gans, Isabella Sonja de Leeuw en Abraham de Leeuw. Bron: Kazerne Dossin archief, Felix archief van Antwerpen en familiefoto.
David de Leeuw was het 2e kind van Schoontje Polak en Abraham de Leeuw. Het eerste bewijs van zijn geboorte is te vinden op de gezinskaart van Abraham en Schoontje. In de kantlijn staat aangegeven dat hij op een zeker moment naar Antwerpen is gegaan. Naar aanleiding hiervan en op basis van zijn kaart van de diamantbewerkersbond, kan een aantal van zijn levensstappen worden vastgesteld.
Op 12 augustus 1916 begon zijn lidmaatschap van de Diamantbewerkersbond in Amsterdam bij Vakgroep 2. Welke functie hij in Amsterdam precies bekleedde en waar is niet bekend. Bij aanvang van zijn lidmaatschap woonde hij bij zijn ouders aan de Tilanusstraat 34, III hoog, in Amsterdam. Na een onderbreking van zijn lidmaatschap, werd hij op 15 oktober 1922 weer lid. Op zijn lidmaatschapskaart is aangegeven dat hij daarna 2 keer naar Antwerpen is gegaan: in 1923 voor 2 maanden en in 1924 voor 1 maand.
De stad Antwerpen heeft gegevens van David en van zijn familie bijgehouden in het zogenoemde Belgische vreemdelingendossier. Daaruit kan worden afgeleid dat David voor het eerst in 1923 in Antwerpen aan kwam. In een rapport van de politie van de stad Antwerpen, gedateerd op 24 augustus 1923, is aangetekend dat David 2 dagen eerder in Antwerpen was aangekomen en als vrijgezel aan de Kerkstraat 186 woonde. Hij verklaarde als diamantbewerker te werken voor “Trompetter-Leger, Ketstraat” en dat hij ongeveer 250 francs per week verdiende. De verdiensten werden genoteerd om te kunnen bepalen of iemand die naar België kwam zichzelf kon onderhouden. David was van plan om langer dan 6 maanden in Antwerpen te blijven en dat is inderdaad gebeurd. De 2e keer dat David naar Antwerpen kwam, kreeg hij geen toestemming van de autoriteiten om langer te blijven. Hij woonde vanaf 10 februari 1924 enkele weken aan de Van de Peerenboomstraat 45, bij de familie Gans in het stadsdistrict Borgerhout van Antwerpen en ging weer terug naar Amsterdam. Driemaal is scheepsrecht, want vanaf 1 mei 1924 kreeg hij de toestemming wel. Hij verbleef wederom aan de Van de Peerenboomstraat 45 en dit is het begin van een langer verblijf in België, waar hij ook een gezin stichtte.
In het stadsdistrict Borgerhout ontmoette David zijn toekomstige vrouw Debora Gans waarschijnlijk bij de familie Gans thuis, toen hij bij hen aan de Van de Peerenboomstraat verbleef. Debora was de dochter van sigarenmaker, directeur van een begrafenisvereniging en diamantbewerker Abraham Gans en zijn vrouw Judith Querido uit Amsterdam. De familie Gans was, net als David, al eerder vanuit Amsterdam naar Borgerhout gegaan en was daar vanaf 25 augustus 1919 gebleven. David en Debora zijn op 10 augustus 1926 in Borgerhout getrouwd. Ze kregen een dochter: Isabella Sonja, geboren in Borgerhout, en een zoon Abraham, geboren in Deurne; eveneens een stadsdistrict in Antwerpen. David werd in die tijd ook lid van de Belgische tak van de Diamantbewerkersbond. In Deurne Antwerpen hebben ze vanaf 2 september 1926 tot 13 oktober 1936 gewoond aan de Van Steenlandstraat 66. Daarna verhuisden ze naar de Karel de Preterlei 12 in Borgerhout Antwerpen, wat hun laatst bekende woonadres is.
De bovengenoemde feiten waren niet meteen duidelijk. In eerste instantie was namelijk niet onderbouwd dat David en Debora, naast hun dochter Isabella Sonja, nog een 2e kind hadden. Zijn bestaan kwam eveneens niet voor in de diverse Nederlandse archieven met oorlogsslachtoffers. Naar aanleiding van een intensieve uitwisseling met de nabestaanden van de familie De Leeuw-Polak in Amerika, Engeland en Nederland, heeft een extra onderzoek van de gebeurtenissen rondom de familie van David en Debora plaatsgevonden. Er is nadere informatie uitgewisseld met de redactie van Joods Monument en met medewerkers van het archief van de Kazerne Dossin in Mechelen. Uit die informatie is de onderbouwing voor het bestaan van Abraham de Leeuw, zoon en 2e kind van David en Debora, voortgekomen. Als gevolg van het extra onderzoek zijn er ook meer gegevens over de familie beschikbaar gekomen.
De Belgen werden, net als de Nederlanders, begin mei 1940 door de Duitsers onder de voet gelopen, waarbij het vliegveld van Deurne op 10 mei 1940 door de Luftwaffe werd gebombardeerd. Hierna vluchtten veel inwoners van Antwerpen, inclusief de burgemeester en 3 wethouders. Op 18 mei 1940 gaf het Belgische leger onder leiding van koning Leopold III zich aan de Duitsers over. Het land werd bezet. In Antwerpen vestigde zich de Sicherheitspolizei, Feldkommandantur 520 en een Stadtkommissar voor het dagelijks bestuur van de stad en het bewaken van de orde. Meteen hierna volgden verordeningen en decreten. De vrijheden die men eerder had werden ingeperkt en ook in deze stad maakte men kennis met anti-Joodse maatregelen en de samenwerking van de Belgische politie met de Duitsers in de vervolging van de Joodse gemeenschap.[1]
Op 28 oktober 1940 schreef de Duitse bezetter in België door middel van een decreet voor dat alle Joden ouder dan 15 jaar zich moesten laten administreren. De familie De Leeuw-Gans heeft hieraan voldaan. In april 1941 had Antwerpen al diverse antisemitische rellen achter de rug, maar die vielen in het niet bij de rellen van 14 april 1941. Na de voorstelling van de propagandafilm “Der ewige Jude”, georganiseerd door de radicaal anti-Joodse groepering Volksverwering, ontspoorde een massa in het Jodenkwartier bij het Centraal Station. Synagogen werden in brand gestoken en de ramen en bezittingen van Joodse inwoners werden vernield. Op 25 november 1941 volgde een ander decreet: alle in België wonende Joden moesten lid worden van de door de nazi's opgerichte “Jodenvereeniging”. Dit was de Belgische tegenhanger van de Joodsche Raad in Nederland. Het gezin De Leeuw vulde de gegevens in op de betreffende "lidmaatschapskaart".
Tussen mei en september 1942 stelden de Duitsers in België Joden verplicht te werk in Noord-Frankrijk. In werkkampen van “Organisation Todt” werkten zij aan de Atlantikwall en andere Duitse militaire bouwprojecten. De organisatie Todt was een Duitse overheidsorganisatie, die in 1938 was opgericht door Fritz Todt, in 1940 minister van Bewapening en Munitie en hoofdinspecteur van water en energie. Onder het motto “Bouwen aan een nieuw Duitsland” gaf deze organisatie onder meer leiding aan het bouwen van een verdedigingslinie langs de westkust van de door de Duitsers bezette gebieden in West-Europa (5.000 kilometer lang), ter voorkoming van een geallieerde invasie. De linie bestond uit bunkers, afweergeschut, hindernissen tegen tanks en mijnenvelden. Voor de uitvoering van de bouwactiviteiten werden onder meer plaatselijke bouwbedrijven ingezet. In 1942 werd ook David gedwongen tewerkgesteld in Noord-Frankrijk. Hij werkte voor de Duitse firma Heinrich Micka, één van de talloze bouwbedrijven die met “Organisation Todt” een contract had voor het uitvoeren van het werk. Met de tewerkgestelden werd een contract getekend waarin een uurloon werd afgesproken. Het uurloon voor de Joodse arbeiders was te verwaarlozen en is nooit bij de tewerkgestelden zelf terecht gekomen.
In de stad Antwerpen vonden vanaf 22 juli 1942 tot 3 september 1943 diverse grote razzia's plaats waarbij honderden Joden, in eerste instantie vooral afkomstig uit andere landen dan België, werden opgepakt met hulp van de Antwerpse politie. In oktober 1942 startte het afvoeren van grote groepen Joodse tewerkgestelden uit Noord-Frankrijk naar het SS-Sammellager für Juden in Mechelen. Op 16 september 1943 werd David naar dit kamp overgebracht. Dit gebouw was bij de Belgen al meer dan 2 eeuwen bekend onder de naam Kazerne Dossin. Dossin werd door de Duitsers gebruikt als een doorgangskamp, waar vooral opgepakte Joden uit Antwerpen en Brussel en omgeving terecht kwamen. Ter plaatse werd David herenigd met zijn familie die waarschijnlijk vooraf per brief hierover waren ingelicht. Debora en de kinderen waren dus al in Dossin aanwezig, voordat David zich bij hen aansloot. De familie werd samen op 16 september 1943 ingeschreven op transportlijst XXIIA. Op 20 september 1943 vertrok het transport richting Auschwitz-Birkenau met 1433 mensen aan boord, waarvan de meesten direct na aankomst zijn omgebracht. Er zijn slechts 51 mensen van deze dodenrit teruggekeerd.
De transportlijst is het laatste spoor dat er van de familie bestaat. De exacte omstandigheden en het tijdstip van hun overlijden is niet bekend. Het enige wat met zekerheid kan worden vastgesteld is dat zij hun deportatie niet hebben overleefd. David, Debora en hun 2 kinderen Isabella Sonja en Abraham zijn hoogstwaarschijnlijk tegelijkertijd op 23 september 1943 omgekomen in Auschwitz. De Belgische autoriteiten hebben in 1948 geconstateerd dat de familie onvindbaar was en heeft per gerechtelijke uitspraak verklaard dat zij allen in Auschwitz omgekomen zijn. Isabella Sonja was 16 jaar en Abraham nog net geen 15 jaar.
De ouders van Debora, Abraham Gans en Judith Querido, zijn beiden op 27 oktober 1942 in Auschwitz omgekomen. Zij zijn met een gecombineerd transport XIV en XV op 24 oktober 1942 vanuit de Kazerne Dossin in Mechelen vertrokken in een trein met 1.471 mensen aan boord, waarvan er uiteindelijk 41 zijn teruggekeerd.
[1] Zie de website "Antwerpen herdenkt" voor een beschrijving van de gebeurtenissen vanaf het begin van de Tweede Wereldoorlog.
Van het gezin van David en Debora zijn foto´s gevonden. Het zijn foto´s die in de beeldbank van Kazerne Dossin in Mechelen zijn opgeslagen. De foto van Abraham ontbrak in de beeldbank, omdat er van hem nog geen eigen vreemdelingendossier was opgemaakt vanwege zijn (te) jonge leeftijd. Om het gezin compleet af te beelden, is de foto van Abraham van een familiefoto toegevoegd aan de foto’s van David, Debora en Isabella Sonja uit de archieven van Kazerne Dossin.
Gebaseerd op informatie van de nabestaanden van de familie De Leeuw-Polak, de indexen van het Stadsarchief van Amsterdam, het archief van de Diamantbewerkersbond, het Felix archief van de stad Antwerpen, op een informatie-uitwisseling met het archief van de Kazerne Dossin en gegevens van de websites wiewaswie.nl, KazerneDossin.eu, antwerpenherdenkt.be, het Staatsarchief van Beveren en oorlogslevens.nl.