Arrestatie

Addition -

Op 2 september werd het bejaarde echtpaar Emanuel en Helena Maisonpierre-Compris, dat was ondergedoken bij de familie Timmermans in Sevenum, gearresteerd en overgebracht naar het politiebureau in Venlo. Daar werden de 86-jarige man en zijn 58-jarige vrouw in een cel opgesloten. Toen kwam Dolle Dinsdag: 5 september. Venlo werd politiek ingelijfd bij de Gau Düsseldorf. Opperwachtmeester Johan Berendsen en zijn collega Aarts van de Venlose politie haalden beide Joodse gevangenen op uit de gevangenis, zeggende dat zij naar een Altersheim zouden worden overgebracht. In plaats daarvan fusilleerden zij hen in Venlo bij het Zwarte Water.

Berendsen verklaarde na de oorlog, dat ze dit hadden gedaan, omdat er door de oorlogsomstandigheden geen mogelijkheden meer waren de Joden naar Westerbork over te brengen. Veelzeggend is de manier waarop hij zijn collega Aarts inlichtte over de aard van de opdracht: ‘Onderweg heb ik Aarts van de opdracht mededeeling gedaan. Aarts zeide mij dat hij al dikwijls opdrachten had uitgevoerd, of bij het uitvoeren van opdrachten aanwezig was geweest, in Rusland, en er dan ook niet tegen op zag.’

De executie zelf: Ter plaatse gekomen [bij Het Zwarte Water HvR] liet ik het echtpaar uitstappen en naast elkaar vóór mij over den weg lopen. Nadat zij enkele passen hadden gedaan schoot ik […]. Nadat ik op elke persoon eenmaal had gevuurd vielen zij voorover, waarop Aarts de man en de vrouw een schot in de slaapstreek gaf. Ik heb niet gezien waar de schoten van mij de lichamen getroffen hebben. Wel heb ik gezien dat na mijn schoten de lichamen nog bewogen. Dit zal vermoedelijk ook de reden zijn geweest waarom Aarts de mensen het zoogenaamde genadeschot gaf. Terwijl ik bij de auto bleef, sleepte Aarts de nu blijkbaar overleden personen van de weg in een nabij gelegen bosrand. […] Aarts en De Jong rapporteerden mij [later] de lijken verzwaard [met een stuk smalspoorrails HvR] en vervolgens in het Zwarte water geworpen te hebben. […] Van Aarts kreeg ik een damesarmbandhorloge, waarvan ik later begreep dat het aan de vermoorde vrouw had toebehoord.

Bron: Herman van Rens, Vervolgd in Limburg. Joden en Sinti in Nederlands-Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog (Dissertatie Universiteit van Amsterdam 2013, Maaslandse Monografieën 76; Hilversum: Verloren, 2013, 447 pp., ISBN 978 90 8704 353 7).

Copyrights: Attribution Non-commercial Share Alike