Leo Meijers en Amalia Frankenhuis

Addition -

Op 20 april 1943 werden in het buitengebied van Voerendaal twee lijken aangetroffen in een droge put bij een kalkbranderij. De Voerendaalse veldwachters riepen de hulp in van de politie van Heerlen. Via een bonnetje van de wasserij dat in de kleding van één der lichamen werd aangetroffen, konden de twee worden geïdentificeerd: Amalia Frankenhuis en Leo Meijers, twee jonge, met elkaar verloofde joodse onderduikers uit Twente. De familie Westdorp in Heerlen had in 1942 aan het stel onderdak geboden. Er ontstond bij de onderduikers ontevredenheid over het onderduikadres. Amalia Frankenhuis dreigde met verraad. Omdat het gevaar hiervoor als reëel werd ingeschat, schoten mensen van het lokale verzet beide jonge onderduikers dood.

Bron: Herman van Rens, Vervolgd in Limburg. Joden en Sinti in Nederlands-Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog (Dissertatie Universiteit van Amsterdam 2013, Maaslandse Monografieën 76; Hilversum: Verloren, 2013, 447 pp., ISBN 978 90 8704 353 7)

Copyrights: Attribution Non-commercial Share Alike